Na enige aarzeling doe ik toch een poging de essentie te beschrijven. Het beschreven inzicht ontstond geleidelijk. Reflectie en meditatie over met name inzichten uit Hindoeïstische teksten en de overeenkomsten met beschrijvingen in gnostiek en mystiek in ons deel van de wereld leidden tot een tekst die ik vele malen heb aangevuld en herschreven. Het is een benadering, een vinger die wijst naar de maan, een Wegwijzer naar Eenheid. Het gaat uiteindelijk om de ervaring achter deze woorden die ik als vehikel (voertuig/drager) heb gebruikt. Laat ze bezinken. Ik hoop dat ze je helpen verder inzicht te verwerven. Het vormt de kern en is tegelijk de oneindige en tijdloze alomvattende essentie. Alle verdere/diepere inzichten en ervaringen pasten er wat mij betreft naadloos in.
Ik heb geprobeerd tot “het gaatje” te gaan. Verder dan woorden kunnen reiken, want het gaatje is uiteindelijk “leeg” (niet iets). Woorden heb ik gebruikt als representaties van ervaringen. Op dat abstracte niveau is ervaring het enige vehikel dat je ten dienste staat. De omschrijvingen in de esoterische formuleringen van Hindoeïsme en Taoïsme gaven me houvast om een ultieme poging te doen een (voor mij) samenhangende verwoording van het gaatje uit te werken.
Brahman is in het Hindoeïsme de naam die wordt gegeven aan het Ene, het Alomvattende. De oergrond en essentie. Om de essentiële aard van Brahman te duiden worden 3 begrippen gebruikt: Sat – Chit – Ananda. Een simpele vertaling is: Zijn (Sat), Bewustzijn (Chit) en Gelukzaligheid (Ananda).
Sat is de bron: het stille, onbeweeglijke Zijn. Sat: de oergrond ook van je ziel, je Hogere Zelf.
Chit: bewustzijn in beweging, de dynamische creatieve en intelligente kracht die de ervaring bewerkstelligt.
Ananda is de werking, het gevolg: in balans zijn, niets te wensen (want je bent het Al), geborgen, opgaan in je oergrond.
Sat: je diepste oergrond is het Ene alomvattende Zijn. Het Ene is stil, onbeweeglijk en tijdloos.
Een plenum met een oneindig potentieel.
Chit: het Ene ongedifferentieerde Zijn wordt zich van Zichzelf bewust als Bewustzijn, als het dynamische, creatieve en intelligente Universele Bewustzijn. Eveneens tijdloos en alomvattend.
Bewustzijn is de uiteindelijke bron en oorzaak van de realiteit zoals die manifest wordt in bewustzijnservaringen op diverse niveaus in je mind. Bewustzijn projecteert en is tegelijk het scherm waarop/waarin die projectie manifest wordt. Het creëert gelijktijdig subject en object en daarmee een eindeloze diversiteit. De talloze wezens (subjecten) en objecten zijn allemaal uitdrukkingen van de inherente creatieve kracht van Bewustzijn.
Het oneindige veld van Bewustzijn omvat een onbeperkte variëteit aan trillingen en frequenties, de dragers van informatie. Bewustzijn is de dynamische uitdrukking van Zijn of zoals Goethe het uitdrukte: “sein ist ein ewiges werden” en manifesteert zowel het subject (Individuele Mind) als het object (de mind-ervaring). Bewustzijn is de “substantie” (sub stare: eronder staan) waarin, waarmee en waardoor de idee en vorm (de eidos van Plato) gestalte krijgt. Bishop George Berkeley (1685 –1753) sloeg wat mij betreft een paar honderd jaar geleden al de spijker op zijn kop met zijn stelling ESSE EST PERCIPI: (de ervaring van) zijn is waargenomen worden. We observe reality into being,
Je essentie, je bron en oergrond, is onverdeeld Zijn en je mind (met een onbeperkte variëteit aan bewustzijnservaringen die leiden tot de perceptie van de manifeste realiteit) heeft onverdeeld Universeel Bewustzijn als oergrond. De individuele ziel, je Hogere Zelf, is een uitdrukking van het Ene alomvattende Zijn en de Individuele Mind een aspect van het alomvattend Universele Bewustijn.
De ervaring van een afgescheiden subject (ego, ik, Individuele Mind) heeft een oneindig aantal objecten “buiten” zichzelf tot gevolg. Object en subject blijven echter één ondeelbaar geheel, komen uit dezelfde bron. De waarnemer, het waarnemingsproces en dat wat wordt waargenomen zijn Eén. De unieke uitdrukking en zijn bron zijn identiek, zijn één geheel. Alles komt uit dezelfde oergrond en is dus per definitie Eén. Het individu (letterlijk: het ondeelbare) is niets minder dan het Geheel, is het Geheel. De druppel is de golf en de golf is de oceaan. Van belang hierbij is het onderkennen van het perspectief. De bewustzijnservaring vanuit het perspectief (per spectare: er doorheen kijken) van de Ene is heel en compleet. Vanuit het perspectief van de individuele expressie lijkt er een zekere zelfstandigheid, zelfs afscheiding, te bestaan. De druppel meet zich een eigen identiteit aan zou je kunnen zeggen.
Wij, gemanifesteerde individuele subjecten in (schijnbaar) afgescheiden fysieke vorm, nemen het (dus subjectieve) object waar en niet het onderliggende universele Bewustzijn waarin en waaruit alles manifest wordt.
Achter de waargenomen diversiteit bevindt zich steeds dezelfde bron (Tao). We zien door de bomen het bos niet meer. We ervaren/creëren dus allemaal onze eigen subjectieve realiteit als mind-ervaring in, door en met Bewustzijn. In de Universele Mind komt de werking van de Individuele Mind (IM) tot stand.
Er is een enorme variëteit aan bewustzijnsniveaus en de erbij behorende energetische verdichtingen die manifest worden als frequenties en trillingen in velden. Spirituele wezens hebben een hogere frequentie en lagere dichtheid. Er zijn ook meer omvattende bewustzijnsniveaus die individuele expressies samenbrengen. Wij worden ons als mensheid steeds meer bewust van Gaia Mind, de noösfeer van Teilhard de Chardin, die ons als mensheid op deze aarde collectief verbindt en nieuw (gemeenschappelijk) perspectief biedt. Vanuit onze individuele beleving (IM) in deze fysieke verdichting kunnen we de erboven liggende “lagen” niet ontwaren en zeker niet onderscheiden.
Als menselijke manifestatie kennen we slechts onze eigen (beperkte) bewustzijnsinhouden, dat is alles wat we hebben. Die bewustzijnservaringen in de vorm van denken, emoties, gevoelens, zintuiglijke waarnemingen en fysieke impressies noem ik mind. Onze Individuele Mind is ingebed in Gaia Mind en mogelijke meerdere hogere mind sferen. Ook het collectieve onbewuste (onder-en bovenbewust) is er een aspect/onderdeel van. De Universele Mind tenslotte omvat het geheel en heeft ook mindinhouden, denkt de gedachte van het universum waar ook wij deel van uit maken. Deze niveaus zijn niet te scheiden, ze omvatten en doordringen elkaar. Het zijn vortexen in vortexen in een oneindige flow.

een vortex, een werveling in de onderliggende “substantie”
Bewustzijn komt uit zijn bron (Zijn), wordt manifest en ontvouwt zich. Het alomvattende Universele Bewustzijn reikt “omlaag” naar de onderliggende niveaus zoals Gaia Mind en daaronder de zichzelf zelfstandig wanende Individuele Mind (persoonlijke bewustzijn) en omvat die lagen in zijn “beweging”. Je kunt afstemmen op dat hogere frequentieniveau, je kunt het niet afdwingen. Laag geeft geen opdrachten aan “hoog”. De identificatie met je ego gekoppeld aan je fysieke manifestatie is een belangrijke hinderpaal. De ontvanger moet er klaar voor zijn deze “gift” te ontvangen. Toelaten (E: alllow) is het sleutelwoord, bewuste of onbewuste weerstand vormt de grootste drempel.
Het object is informatie en energie. De “download” uit het oneindige potentieel, het kwantumveld, door Individuele Mind resulteert in een unieke objectervaring. Er is sprake van consensus, de bron van de ervaring is informatie in het veld, die door een (groot) aantal subjecten gedeeld wordt. Op die manier creëren we onze ogenschijnlijke consensus realiteit (con sensus = met onze zintuigen). We zijn mede-scheppers, we creëren samen. Het subject kleurt, gebruikt zijn/haar eigen referentiekader (filters in belief system, conditionering en programmering) en voegt een nieuwe ervaringsvariant toe die weer wordt teruggekoppeld naar het Akashaveld*: een permanente feedback loop. Je slaat in dat nonlokale veld ook je individuele ervaringen op. Die informatie hergebruik je weer zodat er een soort “permanente” ervaringsindruk ontstaat die continuïteit in de tijd lijkt te hebben.
Je Hogere Zelf is je ziel. In de Hindoe traditie wordt het Atman genoemd. Je ziel is een vonk van het Eeuwige, het Ene. Atman is Brahman, het Al, Spirit, Logos, God. Die stille aanwezigheid heeft geen eigenschappen, het is niet “iets” dat je kunt ervaren. Je kunt “het” niet meten.
Het is de drager van je ervaring, het filmdoek dat geen filmdoek is.
De individuele ziel, je Hogere Zelf, is een uitdrukking van het Ene alomvattende Zijn en de Individuele Mind een uitvloeisel van het alomvattend Ene Bewustzijn. Je essentie, je bron en oergrond, is dus onverdeeld Zijn en je mind (met een onbeperkte variëteit aan bewustzijnservaringen die leiden tot de perceptie van de manifeste realiteit) heeft onverdeeld Universeel Bewustzijn als oergrond.
Het antwoord van God in gesprek met Mozes via de brandende braamstruik op de vraag “Wat is uw naam?” was: ehyeh ašer ehyeh, I am That I am. In het Nederlands meestal vertaald met Ik ben die Ik ben. Het Hebreeuwse woord ašer betekent dat. Ik ben Dat Ik ben zou dus juister zijn en in lijn met de Oosterse traditie. Ik Ben Dat: het (absolute) subject (Ik Ben), het eindeloze Zijn, wordt manifest als uitdrukking in het universele Bewustzijn als (relatief) subject en object (Dat).
Ik ben Dat.
Ik ben: ongedifferentieerd zijn
Dat: ongedifferentieerd Bewustzijn, absolute kennis, weten en wijsheid waardoor, waarmee en waarin alle mind-ervaringen manifest worden.
In de katholieke liturgie wordt de gebedsdienst afgesloten met een bekende “doxologie”. Een doxologie bezingt de heerlijkheid van God. Ik kom uit een katholiek nest en heb deze tekst om de een of andere reden altijd onthouden. Ik weet nu waarom.
Per ipsum, et cum ipso, et in ipso, est tibi Deo Patri omnipotent in unitate Spiritus Sancti, etc etc.
Door Hem, en met Hem en in Hem, zal uw Naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de Heilige Geest, etc. etc.
Door Hem, met Hem en in Hem. Als je Hem vervangt door het neutrale “Het Ene” (het alomvattende Zijn/Bewustzijn, de oergrond en bron) staat er door het Ene, met het Ene en in het Ene. Niet een transcendente God maar jouw “eigen” oergrond, bron en Essentie.
Een bekende Sanskriet uitdrukking die veel mensen in het Westen ook kennen is: “Tat Tvam Asi”: “Dat zijt Gij”. Jij bent de uiteindelijke realiteit, jij bent dat alles, jij bent Atman, jij bent Brahman. Jij, het Ene, het Absolute, God, Tao, Logos, het ongevormde en niet manifeste als bron en de door, met en in het Bewustzijn gemanifesteerde werkelijkheid. Één eenheid die blijft, twee kanten van dezelfde medaille. De uitdrukking “Tat Tvam Asi” staat in de Chandogya Upanishad VI, 8-7. Meer daarover in Oosterse Tradities*.
Je zou kunnen zeggen dat er twee fundamentele “dimensies” zijn:
De eerste: de leegte, niet iets: het Zijn/Bewustzijn waarin, waarmee en waardoor
de tweede: de vorm en inhoud (die ik Mind genoemd heb) manifest wordt.
In het boeddhisme vindt je die tweedeling ook terug: nirvana : de leegte, nietsheid (niet ietsheid) vol potentieel en samsara: de vulling. Je kunt ze als onderscheiden concepten zien of de non dualiteit omarmen. Nāgārjuna* (ca 150 – 250) geldt als een van de meest invloedrijke boeddhistische denkers. Hij postuleert eveneens twee niveaus: een tijdelijke en een absolute waarheid/werkelijkheid en vermijdt daarmee de keuze dat alles zelfstandig (permanent en eeuwig bestaand) is of dat alles onecht (niet bestaand/maya) is. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille.
In de vroege Veda’s (Hindoeïsme) komen we de begrippen purusha en prakriti tegen: het geestelijk passieve purusha en het stoffelijk actieve prakriti. Purusha verenigt zich met prakriti waar door de kracht van maya (illusie) purusha het besef van zijn eigen werkelijke aard ontnam. Het resultaat was avidya of onwetendheid waardoor pijn en lijden ontstond.
Plato postuleert ook een geestelijke en stoffelijke realiteit. De wereld die we waarnemen met onze zintuigen is veranderlijk (Heraclitus: alles stroomt). Plato postuleert daarachter een eeuwige wereld waarin die universele ideeën/vormen(eidos) bestaan. Het idee paard (een dier met 4 benen), het idee boom (stam met takken), een stoel of een tafel. De verschijnselen in de natuur zijn slechts schaduwen van de eeuwige ideeën of vormen. De ideeën zijn de enige ware objecten van onze kennis. Er zijn dus twee werelden: de stoffelijke en de geestelijke wereld. De wereld van het Worden (de vergankelijke en veranderlijke wereld die we met onze zintuigen waarnemen) en de wereld van het Zijn (de volmaakte, eeuwige en onveranderlijke ideeën die we kennen door het denken). Goethe: sein ist ein ewiges werden. Die twee werelden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Spinoza kent slechts één substantie: God = natuur. Hij onderscheidt wel twee karakteristieken of hoedanigheden bij God: het denken en dat wat uitgebreid is, ruimtelijke maat heeft, de materie. Spinoza noemt dat attributen. Van het Latijnse woord attributum, van ad (tot) + tribuere (toekennen/schenken).
Ook Kant maakt een onderscheid. Als we onze zintuiglijke ervaringen weergeven beschrijven we de wereld van fenomenen, verschijnselen. Daaronder staat een wereld zoals hij onafhankelijk van onze waarneming bestaat: het noumenon, “das Ding an sich”, de onderliggende bron van de dingen die we waarnemen. De manifeste vorm heeft in zijn ogen een onderliggende oorzaak. Het begrip noumenon (νούμενoν) is van Griekse oorsprong. Het betekent “wat wordt gedacht” en heeft dus betrekking op de objecten of gebeurtenissen die alleen in de geest (Bewustzijn) bestaan, onafhankelijk van de zintuigen. Die wereld kunnen wij als mensen niet kennen, zegt Kant.
Dingen (in ons voorstellingsvermogen of als zintuiglijke waarneming) verschijnen in ons bewustzijn zegt Kant. Een object is jouw unieke (subjectieve) uitdrukking van dat object in taal. Niet de steen zelf waar je tegen schopt is er, maar de steen in je mind. De dingen die we denken en voelen als een voorstelling in ons bewustzijn. Je zou het woord “voor”stelling hier letterlijk kunnen opvatten: iets dat er voor geplaatst (gesteld) is. Het “Ding an sich” kunnen we niet kennen. Het is het nog niet “Ding” zou je kunnen zeggen, nog ongevormd. Buiten tijd en ruimte, nog niet waarneembaar of meetbaar.
De vorm vindt zijn oorsprong in de leegte, vol met potentie. De wereld van de vorm verandert voortdurend, evolueert en wordt (komt tot aanzijn). Alle manifestaties komen voort uit dezelfde oergrond, hebben dezelfde levende bron. Vorm heeft geen onafhankelijk, zelfstandig bestaan, het is een aspect, een uitvloeisel/emanatie van de leegte die alles omvat en doordringt.
Vorm vanuit een ander perspectief is informatie gedragen door frequenties/trillingen in elkaar overlappende velden, die samen met energie de inhoudelijke mind-ervaringen effectueren. Dit wordt geeffectueerd in cymatics* en sacred geometry*
De inhoud/manifestatie als mind-ervaring komt tot stand en lost meteen weer op in een voor onze zintuigen niet waarneembare snelheid. Je zou het kunnen vergelijken met de 24 beeldjes per seconde die een “levend” en bewegend filmbeeld creëren. De impliciete en expliciete orde van David Bohm. Wij gaan razendsnel “aan en uit”.
Permanente vernieuwing die door onze zintuigelijke “vervorming” een solide en ogenschijnlijk blijvende eigenheid krijgt. Wij maken van dat permanente vernieuwingsproces een continuüm door de tijdservaring, een naadloze opeenvolging. Waarnemer, het waarnemingsproces en dat wat wordt waargenomen zijn en blijven één onlosmakelijk geheel. Subject en object zijn in essentie één, het zijn manifestaties in onze mind (mind-ervaringen).
Het begin en het einde van alles in het in essentie samenhangende universum is nu, altijd weer nu. De rivier van Heraclitus: je kunt niet twee keer op dezelfde plek erin stappen. Er is geen blijvende materiele realiteit buiten. Alles beweegt en stroomt: panta rei, ook als we dat niet kunnen waarnemen.
De inhoud/manifestatie als mind-ervaring komt tot stand en lost meteen weer op in een voor onze zintuigen niet waarneembare snelheid. Je zou het kunnen vergelijken met de 24 beeldjes per seconde die een “levend” en bewegend filmbeeld creëren.
Alle wezens zijn verbonden in een oneindige aaneenschakeling van vele manifestaties. Een eindeloze stroom van ontstaan, van worden. Steeds een nieuw begin en tegelijkertijd een einde. Steeds hier en nu.
Iedereen kent het bekende adagium van Descartes: COGITO ERGO SUM
Descartes geloofde in God. Hij werd opgevoed door de Jezuïeten. Het res extensa, de werkelijkheid die we buiten ervaren werd in zijn visie door God geschapen evenals het res cogitans, de geest/ziel/psyche die in zijn concept nog steeds bij God verwijlt. “We” slaan dus stap 1 simpelweg over: alles komt uit een transcendente bron, de oersubstantie: God. Dus in principe (in de letterlijke betekenis van dat woord) is er slechts 1 substantie bij Descartes. Hij zit dichterbij Spinoza* als wij veronderstellen!
Cogito komt van het (Latijnse) werkwoord cogitare, dat weer stamt van co agitare: samen schudden, aansporen, opwekken. Cogito (ik denk) is een proces, een samenwerkingsverband in een breder kader. Jouw “persoonlijke” Individuele Mind is niet een onafhankelijk op zichzelf staand beginsel maar is ingebed in een groter geheel, o.a. Gaia Mind en uiteindelijk Universele Mind. Bewustzijnsinhouden (mind-ervaringen) omvatten een breder spectrum, het is niet alleen denken als mentale activiteit (het Engelse woord mind).
Jij denkt niet maar bent de waarnemer/getuige van de permanente stroom gedachten en andere mind-ervaringen. Al onze ervaringen zijn manifestaties in onze mind: (zintuiglijke) gewaarwordingen, de fysieke sensaties in ons lichaam (warmte, bloeddruk, pijn), gedachten, gevoelens, emoties en ook onze dromen. Het zijn actieve en dynamische processen.
De “wezens” Gaia en Universum hebben ook bewustzijnservaringen/mindervaringen, ze dromen hun “eigen” droom. Wellicht zijn wij een creatie in die droom. Individuele Mind in Gaia Mind in Universele Mind. Vortexen in vortexen in vortexen. Alles is met alles verbonden.
Ergo sum: dus ik ben. Sum: ik ben, ik besta. Dat is wat we allemaal diep in onszelf onderkennen, weten. Dat is de blijvende oergrond, of je nu 7, 18, 36, 59 of 75 bent. Die onveranderlijke en tijdloze “Ik ben” (I am) bedoel ik. Zijn (Latijn esse) is de essentie, de oergrond, de bron.
Zijn drukt zich uit, wordt existentie (Latijn: existentia), bestaan. Ex sistere: ex = uit en sistere = tot stand komen. Eruit tevoorschijn komen, verschijnen.
Bestaan wordt manifest in het ervaren van een realiteit: een continue stroom van bewustzijnsinhouden, ervaringen in Bewustzijn. Ik noem die bewustzijnsinhouden mind-ervaringen of kortweg mind. Zijn drukt zich uit in, door en met Bewustzijn (sein ist ein ewiges werden).Zijn/Bewustzijn is de oergrond/bron.
Religie: re ligare: opnieuw verbinden is een poging die afscheiding tussen die vormen, de schijnbaar van elkaar onafhankelijke individuen weer op te heffen, te helen. De ervaring dat we één gemeenschappelijke bron hebben waaruit alles manifest wordt weer terug te brengen. Een brug te slaan tussen het seculiere (de uiterlijke wereld) en het sacrale (de oergrond of bron die verbindt en samenbrengt).
In een moderner jasje, zonder de in de loop van de jaren gecreëerde instituten, zou je religie de behoefte kunnen noemen om te leven vanuit die gemeenschappelijke bron, de verbinding met de ander ten diepste te ervaren. Als we die essentiële en eigenlijk ook existentiële eenheid in een levend universum (weer) gaan ervaren zal de behoefte aan het verzamelen van materie in allerlei vormen om onze uniciteit te onderstrepen wellicht minder worden, gaan we weer meer aandacht besteden aan onderlinge samenhang, relaties, gemeenschap en dienstbaarheid aan elkaar. Meer ruimte voor individuele creativiteit en verbondenheid met de natuur die net als wij een onderdeel is van dat grotere geheel. De immanente God – Deus sive natura – van Spinoza.
Een (voor mij) bruikbare metafoor voor de “werking” van Bewustzijn is de ouderwetse filmprojector met projectiescherm. Het filmdoek (Bewustzijn, de drager van de ervaring) is er altijd, ook zonder film. Het wordt niet beroerd door de aard van de film. Een bloederige oorlogsfilm of een prachtige natuurfilm, het maakt het doek niet uit, het reflecteert.
De film is de inhoud van het Bewustzijn, de mind-ervaringen die elkaar eindeloos opvolgen. Het licht en de projector zijn het onderliggende Zijn. De helderheid/lichtsterkte varieert. Hoe dichter bij de oergrond (je Hogere Zelf, je ziel) hoe meer details en dimensies zichtbaar worden. Projector, licht, film en projectiescherm zijn in deze metafoor één geheel, het is allemaal Zijn/Bewustzijn. Je kijkt altijd naar je eigen film, je eigen mind-inhoud, je eigen mind-ervaringen. Niemand kan met jou meekijken! En jij bent de hoofdpersoon (personage/character) in jouw film. Alles is mind.
De Engelse taal kent drie begrippen voor het woord bewustzijn, die ook onderscheiden gebruikt worden: consciousness, awareness en sentience. Het laatste is gekoppeld aan sense (zintuig), het bewustzijn van zintuigelijke ervaringen. Awareness is de onderliggende grond waarin en waardoor je je bewust kunt worden van ervaringen. De uitdrukking: being consciously aware vertalen wij met bewust bewust zijn. Het een (bewustzijn of consciousness) geeft de ervaring aan het “oppervlak” weer en het ander (Bewustzijn/gewaarzijn of awareness) de “diepte” waarin en waaruit de ervaring manifest wordt. Het verschil is relevant.
In zijn belangrijkste boek “I am That” schrijft de Indiase wijze Sri Nisargadatta (1897-1981) : “Awareness is primordial; it is the original state, beginningless, endless, uncaused, unsupported, without parts, without change. Consciousness is on contact, a reflection against a surface, a state of duality. There can be no consciousness without awareness, but there can be awareness without consciousness, as in deep sleep. Awareness is absolute, consciousness is relative to its content; consciousness is always of something. Consciousness is partial and changeful, awareness is total, changeless, calm and silent. And it is the common matrix of every experience.
Since it is awareness that makes consciousness possible, there is awareness in every state of consciousness. Therefore, the very consciousness of being conscious is already a movement in awareness. Interest in your stream of consciousness takes you to awareness. It is not a new state. It is at once recognized as the original, basic experience, which is life itself, and also love and joy.”
Ik schrijf Bewustzijn met een hoofdletter als ik het onderliggende alomvattende “dragende” Bewustzijn (Awareness) bedoel en zonder hoofdletter als ik de onderscheiden niveaus duidt. Je zou consciousness/bewustzijn een staat van of een “toestand” in Awareness/Gewaarzijn/Bewustzijn kunnen noemen. Consciousness is de inhoud (content), zijn de mindervaringen
Awareness/Bewustzijn is het vermogen/de kwaliteit om bewust te zijn. In dat vermogen ben je conscious: je bent je bewust van iets in of buiten jezelf. In de grondtoestand Bewustzijn, die “leeg” is, worden bewuste ervaringen manifest. Bewust bewust zijn is je realiseren (als getuige, waarnemer) dat die bewuste ervaring er is. Het is niet hetzelfde als zelfbewustzijn. Het is lastig dit in woorden en begrippen te duiden. Het is een ervaring: weten dat het zo is (gnosis). De Engelse taal gebruikt het werkwoord know voor kennen en weten. Wij onderscheiden die twee begrippen.
In de grondtoestand Bewustzijn “huizen” ook onbewuste (onder- en bovenbewuste) inhouden.
Er is één alomvattend Universeel Bewustzijn waarin alles manifest wordt en niet een verzameling van 7,7 miljard “losse” bewustzijnen gekoppeld aan evenzovele individuele breinen. Het woord Bewustzijn kent geen meervoudsvorm!
De cultuurfilosoof Jean Gebser* (1905-1973) heeft een bijzondere analyse gemaakt van de ontwikkeling van bewustzijn in de mens. Hij onderscheid in zijn boek Urgrund und Gegenwart (Engelse vertaling: The ever present Origin) een vijftal bewustzijnsfases die hij plaatst in de tijd. Deze vijf ontwikkelingsperioden staan niet los van elkaar maar zijn intrinsiek met elkaar verbonden, de volgende omvat en doordringt de vorige. Sleutelelementen in zijn concept zijn latentie en transparantheid. De voorgaande fase draagt alle komende fases latent (aanwezig maar nog niet zichtbaar) in zich mee. In het concept van Gebser is sprake van ontwikkelingen in of binnen Bewustzijn. Dit is de oergrond of bron: awareness, gewaarzijn, Bewustzijn. Voor de beschreven “ont”wikkelingen in niveaus van ervaring past het woord consciousness/bewustzijn.
De laatste fase bij Gebser, die nu manifest begint te worden, is de integrale fase.In dit stadium integreren we de voorgaande fases en is de mens in staat zijn 3 dimensionale beperking te overschrijden. De dynamiek van de relaties tussen de dingen wordt belangrijker dan de dingen op zich. Hoe hangt het geheel samen, hoe ontwikkelt zich die samenhang? Of misschien beter gezegd: we worden ons bewuster van de samenhang, zien meer samenhang. Het geheel wordt transparanter. Gebser noemt dat diaphaneity: de transparante herkenning van het geheel, je ziet meer dan de losse samenstellende delen. Het is dus niet de transparantheid van een doorzichtige glazen ruit maar je kijkt door de dingen die zich manifesteren heen en ziet hun onderliggende echte en verbindende aard.
Onze essentie is Zijn/Bewustzijn. Ervaringen in bewustzijn heb ik mind genoemd. We identificeren onszelf met de inhoud van onze “persoonlijke” mind, de verzameling van ervaringen gekoppeld aan onze fysieke manifestatie. Ik in mijn lijf. We zijn veel meer dan onze fysieke verschijning. Gelaagdheid is een “eigenschap” of kwaliteit van alle realiteitservaringen. Er is steeds sprake van een onderliggende werkelijkheid die resulteert in het waargenomen niveau. De blauwdruk (esoterisch dubbel) bepaalt de homeostase van onze fysieke uitdrukking. Daarboven bevindt zich het emotionele en mentale lichaam en nog “hoger” je spirituele wezen en ziel. We nemen maar een zeer beperkt deel van deze “structuur waar.
Uiteindelijk bestaan we in één alomvattende universele/kosmische mind buiten tijd en ruimte. Een oneindige matrix/weefsel waarin alles tegelijk bestaat, hier en nu.
Die oergrond/bron omvat ook de energie en informatie die onze alledaagse werkelijkheidservaring teweeg brengt. We kunnen die oergrond niet in directe zin waarnemen, alleen de “effecten” als bewustzijnsinhouden. Mind wordt manifest in, met en door bewustzijn. De ogenschijnlijk lege oergrond brengt de mind-ervaring die we materie noemen voort.
Ik zie het, als ik erover reflecteer/mediteer, als een bol met een oneindige diameter met daarin een onbepaald aantal imaginaire puntjes zonder afmeting. Elke punt staat voor een combinatie van energie en informatie. Je verplaatst je aandacht van punt naar punt en maakt er daardoor een lineaire ervaring in de tijd van. Als je de metafoor van een ouderwetse film wil gebruiken: elke punt is een frame van jouw film. Wat je in je bewustzijn ziet is de film. Het zijn “statische” beeldjes die jij in jouw mind achter elkaar plakt waardoor tijd en ook ruimte ontstaan, dat is jouw perceptie. Jouw aandacht “beweegt” in een enorm veld met potentie en informatie.
Het object, dat je distilleert uit de energie en informatie (in vorm, substantie en kleur), ontstaat door focus en aandacht in en uit die (volle) leegte. Het geeft die leegte de kwaliteit van ruimte. Je hebt een voorwerp nodig voor ruimte, ruimte zonder “iets” is er niet. Tijd en ruimte hebben een referentiekader nodig.
Je kunt de film uit de projector halen en vaststellen dat al die “losse” frames er gelijktijdig zijn. Hetzelfde geldt overigens ook voor zo’n ouderwetse LP of CD. De complete symfonie van Mozart staat er op, je hoort het stukje bij beetje en je kunt de naald een eindje verder zetten, die muziekmaten staan er ook al op.
Een ander beeld dat ik erbij heb is de figuur die ontstaat als je de juiste punten op volgorde verbindt op zo’n tekening in een kinderpuzzelboekje:
Er zijn hier heel veel meer potentiële figuren “verborgen” en nog veel meer als je er ook een derde dimensie bij denkt. Die focus op steeds een nieuwe punt speelt zich hier en nu af. Het levert de ervaring van voortgang en worden op.
Ook causaliteit (de volgende lijkt veroorzaakt door de vorige (maar ze waren er allemaal al) en continuïteit (het beeld wordt langzaam maar zeker completer) ontstaan.
Jouw gedachten en overtuigingen (je believe system/conditionering/programmering) en je verwachtingspatroon bepalen de keuze voor het volgende frame. De (veronderstelde) zekerheid dat het zo werkt, dat causaliteit, volgtijdelijkheid en continuïteit essentiële bouwstenen zijn voor die realiteit buiten, houden die werkelijkheid in stand.
Als je die vanzelfsprekende volgorde onderbreekt kun je denk ik overstappen op een nieuwe reeks, een andere tijdslijn met een andere werkelijkheid. Dat gebeurt bij de illusionisten die je af en toe op TV ziet. Je verschuift naar en andere werkelijkheid. Het kan niet en toch neem je het waar. Alles blijft een mindervaring en blijkbaar ben jij niet helemaal de baas over wat zich in jouw mind afspeelt…
Het grootste deel van onze aandacht gaat naar de filmscènes die zich hier en nu afspelen: de realiteit gevormd door je zintuiglijke indrukken gekoppeld aan je onbewuste conditionering (je individuele filtersysteem). Die realiteit is gebaseerd op je gedachtepatronen van gisteren. Een belangrijk patroon dat we allemaal delen is dat het verleden het heden bepaalt, dat tijd een lineair proces is. Een onbewuste focus op wat was en wat is, dat wat er nu is een gevolg is van wat er was. Als je dat terugkoppelpatroon niet onderkent volgt er meer van hetzelfde.
Het loslaten van dat idee zou wel eens een belangrijk aspect kunnen zijn bij het placebo effect en spontane remissies.
Je hebt in de loop van je bestaan een referentiekader ontwikkeld waarin je patronen kunt herkennen. Dat frame (je denkpatronen en overtuigingen) is de achtergrond waarop je je eigen film regisseert.
Alles, groot en klein, zichtbaar en onzichtbaar zijn uiteindelijk gedachtevormen in de Universele Mind. Gaia Mind en Individuele Mind zijn daar een integraal onderdeel van.
De impliciete orde (het kwantumveld/Akasha) is leeg, nog ongevormd en vol potentie (Heisenberg), het is de bron en drager van gemoduleerde informatie in frequenties in (virtuele) golven. De potentie in het kwantumveld wordt manifest in het interactieproces met de waarnemer maar is voorbijgaand, illusoir.
Nog ongevormd, maar de code voor de vorm is er als potentie (buiten tijd en ruimte).
De informatie in/van de code leidt tot o.a. een fysieke (materiële) of geestelijke (gedachte) manifestatie van de vorm.
In de code voor de vorm liggen de organiserende patronen voor de steeds veranderende dynamische werkelijkheid (het “werkt”). De boom “boomt”, de uil “uilt” , de mens “menst”
Ons DNA is een antenne die de info in de blauwdruk omzet in een (schijnbaar) fysieke manifestatie
De expliciete orde (de waargenomen vorm) valt voortdurend terug in de dragende impliciete orde, het informatieveld/kwantumveld/akasha, we gaan aan en uit in een razend tempo
Zijn is de superimpliciete orde van Bohm, de stille drager waar alles uit ontstaat, uit voortvloeit, emaneert. De “immanente” God van Spinoza
De trimurti in het Hindoeïsme: Brahman, de abstracte alomvattende Eenheid wordt manifest in 3 vormen: Brahma (is dus niet gelijk aan Brahman met een ‘n), Vishnu en Shiva. Brahma de schepper, Vishnu de instandhouder en Shiva de “vernietiger”. We zouden Shiva ook de veranderaar, de omvormer kunnen noemen want er gaat uiteindelijk niets verloren. Alles blijft, valt weer terug in het alomvattende Brahman (het kwantumveld/Akasha)
Er zijn geen stabiele vormen, alleen processen. Alles is een voorbijgaande uitdrukking van de informatie in de dragende oergrond (door, met en in Bewustzijn)
Als je niet focust ben je een speelbal van de dominante gedachtevormen in het onbewuste aspect van je Individuele Mind, Gaia Mind en Universele Mind.
We zien dezelfde gedachtelijnen bij de Grieken (Heraclitus, Plato en Aristoteles) en daarvoor al bij Hermes Trismegistos (oa in de Kybalion), de Oosterse tradities (Hindoeïsme, Boeddhisme en Taoïsme. Bij Kant, Spinoza (en ook bij Descartes vind ik), Hegel, Don Juan (in de boeken van Carlos Castaneda) met zijn tonal en nagual. Ook de kwantumtheorie (Bohm) wijst die kant op.
Dat we de laatste driehonderd jaar “anders” zijn gaan denken lijkt dus een misvatting, afdwaling…
We zitten in de grot van Plato en zien de schaduwen aan voor “echt”.
We moeten dus serieus “her”denken en op zoek naar de uitgang, naar “buiten”.
De paradox is dat dat “buiten” tegelijk “binnen” is: bewust bewust zijn. Je bent de schepper en tegelijk de bron en drager.
REFLECTIES OVER HIER EN NU
Er is alleen maar hier en nu. Niet alleen een bekend adagium maar werkelijkheid.
Ga naar binnen, naar de ervaring nu.
Is die ervaring ergens begonnen? Komt nu ergens vandaan? Heeft nu duur?
Nee, nu is er, was er en blijft. Nu beweegt niet langs een tijdlijn.
Het nu toen je opstond vanmorgen, een kop koffie dronk en iemand opbelde is steeds hetzelfde tijdloze nu. Er zijn niet een heleboel verschillende nu’en die allemaal een tijdje duren. Als je over nu gaat denken maak je er tijd van. Een herinnering (steeds in het nu) schept tijd.
Op een ouderwetse filmrol staat een complete film, die is er nu in zijn geheel, je kunt ‘m uitrollen over de vloer. Vanuit een perspectief buiten tijd zou je de film kunnen overzien. De bewuste waarneming van de onderscheiden beelden kost tijd.
Zo zijn verleden, heden en toekomst begrippen die je plaatst in het tijdloze nu. Een ervaring in je mind komt op in het nu en verdwijnt er weer in. Die ervaring koppel je aan tijd maar eronder ligt steeds nu. Nu is een aspect van bewustzijn, van Ik ben. Bewustzijn en nu heeft geen kwaliteiten die je kunt benoemen of onderscheiden, het is.
Ga nu naar de ervaring plaats. Waar ben je? Altijd: hier. Je kunt van de keuken naar de kamer lopen. Je bent voortdurend hier, ook als je onderweg bent van de ene naar de andere locatie. Je mind benoemt een plek maar het is steeds hier.
Er is maar één hier ervaring en die is permanent. Net als met “nu” hierboven verandert er wat als je gaat denken. Het nu wordt tijd en het hier krijgt een ruimtelijke notie. Je ervaart ruimte binnen het onderliggende “hier”. Manifestaties in je mind: gedachten, emoties of zintuigelijke ervaringen objectiveren als het ware het onderliggende en verbindende tijdloze hier en nu.
Het “hier” is net als “nu” steeds waar Ik ben, de basis van de ervaring: Bewustzijn. Tijd en ruimte drijven in Bewustzijn, vormen de achtergrond van de ervaringen in je mind.
Tijd is net als ruimte een product van onze mind. Ook Einstein dacht er zo over. Naar aanleiding van de dood van zijn oudste vriend Michele Besso zei hij: “Now Besso has departed from this strange world a little ahead of me. That means nothing. People like us, who believe in physics, know that the distinction between past, present and future is only a stubbornly persistent illusion”. Er bestaat geen absolute onafhankelijke matrix “daarbuiten” waarin al die dingen die we denken waar te nemen zich afspelen. Tijd is wat je meet met een klok en ruimte is dat wat je meet met een meetlint, zei Einstein. Wij, de waarnemers, meten. Zonder waarnemers valt er niks te meten. Zonder ons geen ruimte en geen tijd!
HD 040623
1 reactie
Hi, this is a comment.
To get started with moderating, editing, and deleting comments, please visit the Comments screen in the dashboard.
Commenter avatars come from Gravatar.